Een operatie voor rhizartrose is vaak de laatste stap in het zorgtraject wanneer conservatieve behandelingen geen verlichting meer bieden.
Deze degeneratieve aandoening van het gewricht aan de basis van de duim wordt in detail beschreven op onze pagina over rhizartrose.
Na een ingreep (trapezectomie-ligamentoplastiek of plaatsing van een prothese) begint een nieuwe fase: die van het herstel, nauw verbonden met een strikte postoperatieve opvolging.
Waarom is postoperatieve opvolging essentieel?
Een chirurgische ingreep aan het trapeziometacarpale gewricht start een genezingsproces dat meerdere maanden kan duren.
De postoperatieve opvolging is gericht op:
Deze opvolging wordt verzorgd door de handchirurg, soms in samenwerking met een kinesitherapeut, in het kader van een kinesitherapieprotocol of zelfrevalidatie.
De belangrijkste fasen van de opvolging na de operati
Het verloop van het herstel hangt af van het type operatie, het profiel van de patiënt en de algemene toestand. Er zijn verschillende fasen te verwachten.
1. De eerste dagen: immobilisatie en observatie
2. Vanaf de 3e of 4e week: zachte mobilisatiee
De revalidatie begint voorzichtig, vaak met een professional:
Praktische adviezen kunnen deze sessies aanvullen, vooral voor het aanpassen van dagelijkse bewegingen, in het bijzonder na een bilaterale operatie.
3. Na 2 tot 3 maanden: naar gedeeltelijke autonomie
Eenvoudige handelingen worden weer mogelijk. Het hervatten van veeleisendere activiteiten (sport, handenarbeid…) kan tot 6 maanden duren, zoals vermeld op onze pagina over de herstelperiode na een duimoperatie.
Welke risico’s op recidief of complicaties?
Het doel van de operatie is om de pijn te verminderen en de functie van de duim te herstellen.
Niettemin kunnen bepaalde situaties het herstel vertragen of in gevaar brengen.
Pijn kan meerdere weken of zelfs maanden aanhouden, vooral in geval van langdurig oedeem of postoperatieve spanning. Als de pijn chronisch wordt, is een nieuw medisch advies aanbevolen.
Het ontbreken van revalidatie of onvoldoende revalidatie kunnen leiden tot verlies van mobiliteit of kracht. Aangepaste kinesitherapie, gecombineerd met persoonlijke begeleiding, is dan onmisbaar.
Na een trapezectomie keert de artrose niet terug naar de geopereerde zone. Maar er kan ongemak optreden ter hoogte van het STT-gewricht (scapho-trapezio-trapezoïdaal), dat zich net erboven bevindt, vooral bij bewegingen waarbij de pols wordt gebogen. Dit fenomeen betreft geïsoleerde gevallen, maar moet bekend zijn.
In het geval van een duimprothese kunnen mechanische complicaties optreden (vroegtijdige slijtage, loskomen), maar deze blijven zeldzaam dankzij de nieuwste generatie prothesen, die resistenter zijn en beter worden verdragen.
Het belang van opvolging op lange termijn
Zelfs na de genezingsfase is het belangrijk om:
De follow-up houdt dus niet op bij het verlaten van de operatiekamer: het maakt deel uit van een bredere aanpak van rhizartrose, in combinatie met andere oplossingen zoals orthesen, infiltraties of natuurlijke behandelingen.